Adolescentie

Mijn eerste verkering: een lieve jongen. We waren begin twintig en hebben het drie jaar lang fijn gehad met elkaar. We waren elkaars eerste liefde en samen ontdekten we stap voor stap wat seks is. Beter kun je het niet hebben als jonge vrouw.

En toch: soms als ik bij hem in bed lag, kroop ik steeds verder langs zijn lichaam naar beneden. Naar zijn voeten. Laag wilde ik zijn. Tot ik helemaal onderin bed lag. Ik pakte zijn voeten en zette ze op mijn lichaam, op mijn gezicht. We hebben er nooit over gesproken. Hij zal het wel vreemd gevonden hebben.

Internet was er nog niet. Informatie? Ik weet niet meer waar ik het vandaan heb gehaald. Hoe kwam ik aan die plaatjes van blonde vastgebonden vrouwen, op planken, tegen een boekenkast, handen op de rug of boven het hoofd? Een man erbij die hen betastte.
Ik wilde ook zo’n vrouw zijn. Zouden ze nog modellen nodig hebben?

Mijn tweede liefde, nota bene een psycholoog/seksuoloog, heeft wel eens een grapje gemaakt: “Zullen we nog eens doen met dat zweepje?”. Het was natuurlijk tientallen jaren voor ’50 Tinten Grijs’. Ik wist al wel waar hij over sprak, was al ouder, had meer gelezen. Maar erop ingaan? Geen haar op mijn hoofd die dat durfde. Ik heb maar een beetje opzij gekeken en gebloosd.

In een vreemde stad, waar niemand me kende, kocht ik het boek ‘Onderdanig wil ik zijn’ van Geissler. Ik herkende alles. Ik kreeg een mateloze bewondering voor de moed waarmee Sina-Aline op zoek is gegaan naar informatie en naar haar geluk. Zelfs na een uitermate slechte ervaring krabbelde ze weer overeind en ging ze door. Uiteindelijk vond ze haar grote liefde. Hij neemt haar regelmatig over de knie en ze is waar ze altijd heeft willen zijn.
Dat wil ik ook! Maar dat ga ik nooit doen. Dat zal ik nooit durven.

Regelmatig bond ik mezelf vast, met broekriemen, touwen, en masturbeerde ik daarbij. Maar ja, het was nooit helemaal echt natuurlijk, ik kon altijd nog los. Bij postorderbedrijven bestelde ik handboeien en ander speelgoed. Doodsbang. Want nu weten ‘ze’ mijn adres. Nu zullen ‘ze’ me komen overvallen, nu zullen ‘ze’ me komen verkrachten en daarbij zeggen: “Dat wilde je toch zo graag?”. Nee! Natuurlijk niet! Maar het enorme verlangen won het steeds weer van de angst. –>

Het bleef een diep verborgen deel in mij. Ik worstelde. Altijd op mijn hoede. Niemand mag mij echt tot in mijn diepste binnenste leren kennen. Nooit.
Bij vlagen sprak ik mezelf streng toe: “Hou hier mee op!”. Ik gooide al mijn speelgoed weg, in een goed dichtgeknoopte vuilniszak, en sprak met mezelf af: “Afgelopen. Uit. We hebben het er niet meer over”.
Maar ja…

Op een spirituele cursus zelfontwikkeling (over voelen, chakra’s, energie) leerde ik wat ontspanning is. Met de leraar, Karel, had ik ook individuele begeleidende gesprekken en oefeningen. Op een gegeven moment vroeg hij me: “Wat zou je willen?”. Dat wist ik natuurlijk wel. Maar dat ging ik echt niet zeggen! Wel een uur of langer heeft hij gewacht. Het was stil. Pijnlijk stil. Heel stil. Lang. Worstelend met mijn schaamte. Tot ik het eindelijk zei: “Vastgebonden worden”. Het hoge woord was er uit. Ik was een jaar of 29.

Toen ik naar huis fietste, dacht ik: “Nu kan ik nooit meer naar Karel toe”. Ik schold mezelf uit: “Sukkel, nu had je een plek waar het vertrouwd was, waar je dingen kon leren, en nu heb je het gezegd en je eigen glazen ingegooid”.
De week daarop ben ik weer gegaan. Ik ben nog nooit in mijn leven met zoveel lood in mijn schoenen ergens naar toe gefietst. Maar hij deed de deur gewoon weer open. En ik mocht zelfs binnen komen. Hij wees me niet af. Hij walgde niet van mij. Stuurde me niet weg, keek niet raar.

Tijdens een groepsles in deze cursus zelfontwikkeling kreeg ik een ervaring uit een vorig leven. Zeer angstig en emotioneel. De inhoud daarvan is te persoonlijk om hier te vertellen.
Maar het verklaarde alles: mijn enorme schuldgevoel, mijn intens diepe behoefte om gestraft te worden, mijn masochisme, mijn wens tot gebonden zijn, al van geboorte af aan, het altijd oplettend moeten zijn of het wel goed gaat met iedereen.
Alle puzzelstukjes vielen in elkaar (excuus voor het cliché, maar het was echt zo). Ik snapte ineens alles. Ik heb nog nooit zo verschrikkelijk diep en lang gehuild, het ging maar door.

Het was niet over daarna, mijn masochisme, mijn onderdanige en gehoorzame verlangens. Ook al was er vanaf toen een soort ‘verklaring’. Maar ik stopte wel met ertegen te vechten en te hopen dat het weg zou gaan. Het zat gewoon in me.
Het was tijd om te gaan leren accepteren: dit is een onderdeel van mij, van wie ik ben.

Anja

(lees HIER het vervolg)